das | structurele verbeelding
das – design en architectuur studio bv – is een interprofessioneel architectenbureau uit Leuven dat steunt op een ruime ervaring in kwaliteitsvolle architectuur en ambitieuze publieke en particuliere opdrachten.
De missie van das reikt verder dan louter het ontwerpen van gebouwen. We vertrekken van een globale visie op ruimte en omgeving, waarbij het evenwicht tussen vorm en functie, mens en milieu, poëzie en techniek een harmonieus verhaal vormt. Daarbij zoeken we naar verfijning binnen toegankelijke, op het eerste zicht vertrouwde, oplossingen wars van functieloze extravaganza en hoogdravendheid.
das | koningin astridlaan 26/001 | 3010 leuven
g47
plan
p57
v07
info
Uittreksel uit reportage Heylen Ceramics:
Twee gezinnen, twee soorten baksteen
Een architect die zelf een mix van bakstenen samenstelt, dat zien we niet elke dag! Voor de bouw van een kangoeroe-woning in Blanden (Oud-Heverlee) kon Bert Parton van das architecten maar moeilijk kiezen tussen de Pisa en de Trapani. Hij stelde voor ze te combineren en zo ontstond de ‘Montolivo’. Een uniek samenspel van twee verschillende aardetinten.Zo nu en dan krijgen architecten een bijzondere vraag en dat was voor das architecten bij dit project het geval. Het koppel bouwheren wou een huis waarin ze konden wonen met hun gezin, de ouders van de man én zijn hulpbehoevende broer die in het weekend naar huis komt. “Als architecten werden we uitgedaagd. In het ontwerp moesten we rekening houden met privacy, samenwonen en zorg. Dat waren interessante gegevens om mee van start te gaan”, zegt Bert Parton.
Samen en apart
Het oudere koppel was van in het begin duidelijk: zij wilden een kleine studio van niet meer dan zestig vierkante meter. “Ze dachten bij wijze van spreken niet alleen aan morgen, maar ook aan overmorgen. Er komt een dag waarop de studio voor het jonge gezin zal zijn en daarom wilden ze niet meer ruimte innemen dan strikt noodzakelijk.” De ‘zorgwoning’, zo noemt Bert de studio, zit vooraan in het huis en kijkt uit op het leven in de straat. Het jonge gezin woont aan de achterkant en op de eerste verdieping. “De kelder, de inkomhal, de berging en de vestiaire zijn gemeenschappelijke ruimtes. Die hebben we tussen de twee woonentiteiten geplaatst; ze dienen als een buffer tussen de hoofd- en de zorgwoning”, gaat Bert verder. Die werkwijze trok hij buiten door: er is een gemeenschappelijke overdekte parkeerzone waar de gezinnen beschut zijn voor de regen als ze een rolwagen in en uit de auto laden. Daarnaast heeft elk gezin een eigen overdekte buitenruimte. Er is een ruim dakterras voor het jonge gezin en de tuin is gemeenschappelijk.”
Anderhalve woning
De stijl is sober en tijdloos, maar niet saai. “In feite is het een anderhalve woning. De kunst was om het ondanks het volume niet om aandacht te doen schreeuwen. Wij ontwerpen panden die bij hun bewoners passen en dit huis moest rust uitstralen. Dat is gelukt: ook al is het een aaneenschakeling van volumes, het is geen kakafonie, maar een harmonieus geheel.”
Montolivo
“Ik kan op een filosofische manier over bakstenen praten”, lacht Bert. “Ik hou van bakstenen met karakter en leven. De klei waarmee ze gemaakt worden komt uit de grond en dat moet te zien zijn, vandaar mijn voorkeur voor aardetinten en nuanceverschillen.” Toen hij de Pisa met zijn dieprode tinten en de auberginekleurige Trapani ontdekte, kon hij maar niet kiezen. Zo ontstond het idee om ze te mengen. “We begonnen wat te experimenteren. De combinatie van één helft Pisa en één helft Trapani zorgde voor zo’n mooie kleurschakering dat we daarvoor gegaan zijn.” De bewoners volgden de keuze van hun architect. En de fabrikant? Die was zo blij met deze vondst dat ze Bert vroegen er een officiële naam voor te bedenken. Had de voetballer Riccardo Montolivo in die periode niet zo geschitterd, dan had de mix misschien wel anders geheten. “Ik wou absoluut bij het Italiaans blijven. Geef toe: ‘olijfberg’ in het Italiaans klinkt toch heel poëtisch?”Wild- en claustra-verband. De gevels zijn gemetst in wildverband en de bakstenen zijn verlijmd. “Zo’n grote woning vraagt om een bruut karakter en de willekeur en natuurlijke look van wildverband komt daaraan tegemoet.” Aan de straatzijde is er ook een stukje in claustra-verband gemetst. Dat brengt lucht en licht naar binnen en zorgt voor een leuk lichtspel als de zon erop schijnt of als het buiten donker en binnen het licht aan is. “We wilden een sober totaalbeeld. Als je kiest voor een steen met zo veel karakter, doe je er goed aan het schrijnwerk te laten opgaan in het geheel. Vandaar onze keuze voor zwart aluminium en hout.” Door de bakstenen te laten doorlopen in de overdekte zones en zelfs tot in de woonkamer, versterkte de architect het binnenbuitengevoel. “In elk seizoen en bij elk type weer kunnen de twee gezinnen genieten van het buitenzijn. Bovendien is de buurt heel rustig. Dat alles maakt het hier zo fijn wonen.”
Uittreksel uit reportage Heylen Ceramics:
Twee gezinnen, twee soorten baksteen
Een architect die zelf een mix van bakstenen samenstelt, dat zien we niet elke dag! Voor de bouw van een kangoeroe-woning in Blanden (Oud-Heverlee) kon Bert Parton van das architecten maar moeilijk kiezen tussen de Pisa en de Trapani. Hij stelde voor ze te combineren en zo ontstond de ‘Montolivo’. Een uniek samenspel van twee verschillende aardetinten.Zo nu en dan krijgen architecten een bijzondere vraag en dat was voor das architecten bij dit project het geval. Het koppel bouwheren wou een huis waarin ze konden wonen met hun gezin, de ouders van de man én zijn hulpbehoevende broer die in het weekend naar huis komt. “Als architecten werden we uitgedaagd. In het ontwerp moesten we rekening houden met privacy, samenwonen en zorg. Dat waren interessante gegevens om mee van start te gaan”, zegt Bert Parton.
Samen en apart
Het oudere koppel was van in het begin duidelijk: zij wilden een kleine studio van niet meer dan zestig vierkante meter. “Ze dachten bij wijze van spreken niet alleen aan morgen, maar ook aan overmorgen. Er komt een dag waarop de studio voor het jonge gezin zal zijn en daarom wilden ze niet meer ruimte innemen dan strikt noodzakelijk.” De ‘zorgwoning’, zo noemt Bert de studio, zit vooraan in het huis en kijkt uit op het leven in de straat. Het jonge gezin woont aan de achterkant en op de eerste verdieping. “De kelder, de inkomhal, de berging en de vestiaire zijn gemeenschappelijke ruimtes. Die hebben we tussen de twee woonentiteiten geplaatst; ze dienen als een buffer tussen de hoofd- en de zorgwoning”, gaat Bert verder. Die werkwijze trok hij buiten door: er is een gemeenschappelijke overdekte parkeerzone waar de gezinnen beschut zijn voor de regen als ze een rolwagen in en uit de auto laden. Daarnaast heeft elk gezin een eigen overdekte buitenruimte. Er is een ruim dakterras voor het jonge gezin en de tuin is gemeenschappelijk.”
Anderhalve woning
De stijl is sober en tijdloos, maar niet saai. “In feite is het een anderhalve woning. De kunst was om het ondanks het volume niet om aandacht te doen schreeuwen. Wij ontwerpen panden die bij hun bewoners passen en dit huis moest rust uitstralen. Dat is gelukt: ook al is het een aaneenschakeling van volumes, het is geen kakafonie, maar een harmonieus geheel.”
Montolivo
“Ik kan op een filosofische manier over bakstenen praten”, lacht Bert. “Ik hou van bakstenen met karakter en leven. De klei waarmee ze gemaakt worden komt uit de grond en dat moet te zien zijn, vandaar mijn voorkeur voor aardetinten en nuanceverschillen.” Toen hij de Pisa met zijn dieprode tinten en de auberginekleurige Trapani ontdekte, kon hij maar niet kiezen. Zo ontstond het idee om ze te mengen. “We begonnen wat te experimenteren. De combinatie van één helft Pisa en één helft Trapani zorgde voor zo’n mooie kleurschakering dat we daarvoor gegaan zijn.” De bewoners volgden de keuze van hun architect. En de fabrikant? Die was zo blij met deze vondst dat ze Bert vroegen er een officiële naam voor te bedenken. Had de voetballer Riccardo Montolivo in die periode niet zo geschitterd, dan had de mix misschien wel anders geheten. “Ik wou absoluut bij het Italiaans blijven. Geef toe: ‘olijfberg’ in het Italiaans klinkt toch heel poëtisch?”Wild- en claustra-verband. De gevels zijn gemetst in wildverband en de bakstenen zijn verlijmd. “Zo’n grote woning vraagt om een bruut karakter en de willekeur en natuurlijke look van wildverband komt daaraan tegemoet.” Aan de straatzijde is er ook een stukje in claustra-verband gemetst. Dat brengt lucht en licht naar binnen en zorgt voor een leuk lichtspel als de zon erop schijnt of als het buiten donker en binnen het licht aan is. “We wilden een sober totaalbeeld. Als je kiest voor een steen met zo veel karakter, doe je er goed aan het schrijnwerk te laten opgaan in het geheel. Vandaar onze keuze voor zwart aluminium en hout.” Door de bakstenen te laten doorlopen in de overdekte zones en zelfs tot in de woonkamer, versterkte de architect het binnenbuitengevoel. “In elk seizoen en bij elk type weer kunnen de twee gezinnen genieten van het buitenzijn. Bovendien is de buurt heel rustig. Dat alles maakt het hier zo fijn wonen.”
Uittreksel uit reportage Heylen Ceramics:
Twee gezinnen, twee soorten baksteen
Een architect die zelf een mix van bakstenen samenstelt, dat zien we niet elke dag! Voor de bouw van een kangoeroe-woning in Blanden (Oud-Heverlee) kon Bert Parton van das architecten maar moeilijk kiezen tussen de Pisa en de Trapani. Hij stelde voor ze te combineren en zo ontstond de ‘Montolivo’. Een uniek samenspel van twee verschillende aardetinten.Zo nu en dan krijgen architecten een bijzondere vraag en dat was voor das architecten bij dit project het geval. Het koppel bouwheren wou een huis waarin ze konden wonen met hun gezin, de ouders van de man én zijn hulpbehoevende broer die in het weekend naar huis komt. “Als architecten werden we uitgedaagd. In het ontwerp moesten we rekening houden met privacy, samenwonen en zorg. Dat waren interessante gegevens om mee van start te gaan”, zegt Bert Parton.
Samen en apart
Het oudere koppel was van in het begin duidelijk: zij wilden een kleine studio van niet meer dan zestig vierkante meter. “Ze dachten bij wijze van spreken niet alleen aan morgen, maar ook aan overmorgen. Er komt een dag waarop de studio voor het jonge gezin zal zijn en daarom wilden ze niet meer ruimte innemen dan strikt noodzakelijk.” De ‘zorgwoning’, zo noemt Bert de studio, zit vooraan in het huis en kijkt uit op het leven in de straat. Het jonge gezin woont aan de achterkant en op de eerste verdieping. “De kelder, de inkomhal, de berging en de vestiaire zijn gemeenschappelijke ruimtes. Die hebben we tussen de twee woonentiteiten geplaatst; ze dienen als een buffer tussen de hoofd- en de zorgwoning”, gaat Bert verder. Die werkwijze trok hij buiten door: er is een gemeenschappelijke overdekte parkeerzone waar de gezinnen beschut zijn voor de regen als ze een rolwagen in en uit de auto laden. Daarnaast heeft elk gezin een eigen overdekte buitenruimte. Er is een ruim dakterras voor het jonge gezin en de tuin is gemeenschappelijk.”
Anderhalve woning
De stijl is sober en tijdloos, maar niet saai. “In feite is het een anderhalve woning. De kunst was om het ondanks het volume niet om aandacht te doen schreeuwen. Wij ontwerpen panden die bij hun bewoners passen en dit huis moest rust uitstralen. Dat is gelukt: ook al is het een aaneenschakeling van volumes, het is geen kakafonie, maar een harmonieus geheel.”
Montolivo
“Ik kan op een filosofische manier over bakstenen praten”, lacht Bert. “Ik hou van bakstenen met karakter en leven. De klei waarmee ze gemaakt worden komt uit de grond en dat moet te zien zijn, vandaar mijn voorkeur voor aardetinten en nuanceverschillen.” Toen hij de Pisa met zijn dieprode tinten en de auberginekleurige Trapani ontdekte, kon hij maar niet kiezen. Zo ontstond het idee om ze te mengen. “We begonnen wat te experimenteren. De combinatie van één helft Pisa en één helft Trapani zorgde voor zo’n mooie kleurschakering dat we daarvoor gegaan zijn.” De bewoners volgden de keuze van hun architect. En de fabrikant? Die was zo blij met deze vondst dat ze Bert vroegen er een officiële naam voor te bedenken. Had de voetballer Riccardo Montolivo in die periode niet zo geschitterd, dan had de mix misschien wel anders geheten. “Ik wou absoluut bij het Italiaans blijven. Geef toe: ‘olijfberg’ in het Italiaans klinkt toch heel poëtisch?”Wild- en claustra-verband. De gevels zijn gemetst in wildverband en de bakstenen zijn verlijmd. “Zo’n grote woning vraagt om een bruut karakter en de willekeur en natuurlijke look van wildverband komt daaraan tegemoet.” Aan de straatzijde is er ook een stukje in claustra-verband gemetst. Dat brengt lucht en licht naar binnen en zorgt voor een leuk lichtspel als de zon erop schijnt of als het buiten donker en binnen het licht aan is. “We wilden een sober totaalbeeld. Als je kiest voor een steen met zo veel karakter, doe je er goed aan het schrijnwerk te laten opgaan in het geheel. Vandaar onze keuze voor zwart aluminium en hout.” Door de bakstenen te laten doorlopen in de overdekte zones en zelfs tot in de woonkamer, versterkte de architect het binnenbuitengevoel. “In elk seizoen en bij elk type weer kunnen de twee gezinnen genieten van het buitenzijn. Bovendien is de buurt heel rustig. Dat alles maakt het hier zo fijn wonen.”
Uittreksel uit reportage Heylen Ceramics:
Twee gezinnen, twee soorten baksteen
Een architect die zelf een mix van bakstenen samenstelt, dat zien we niet elke dag! Voor de bouw van een kangoeroe-woning in Blanden (Oud-Heverlee) kon Bert Parton van das architecten maar moeilijk kiezen tussen de Pisa en de Trapani. Hij stelde voor ze te combineren en zo ontstond de ‘Montolivo’. Een uniek samenspel van twee verschillende aardetinten.Zo nu en dan krijgen architecten een bijzondere vraag en dat was voor das architecten bij dit project het geval. Het koppel bouwheren wou een huis waarin ze konden wonen met hun gezin, de ouders van de man én zijn hulpbehoevende broer die in het weekend naar huis komt. “Als architecten werden we uitgedaagd. In het ontwerp moesten we rekening houden met privacy, samenwonen en zorg. Dat waren interessante gegevens om mee van start te gaan”, zegt Bert Parton.
Samen en apart
Het oudere koppel was van in het begin duidelijk: zij wilden een kleine studio van niet meer dan zestig vierkante meter. “Ze dachten bij wijze van spreken niet alleen aan morgen, maar ook aan overmorgen. Er komt een dag waarop de studio voor het jonge gezin zal zijn en daarom wilden ze niet meer ruimte innemen dan strikt noodzakelijk.” De ‘zorgwoning’, zo noemt Bert de studio, zit vooraan in het huis en kijkt uit op het leven in de straat. Het jonge gezin woont aan de achterkant en op de eerste verdieping. “De kelder, de inkomhal, de berging en de vestiaire zijn gemeenschappelijke ruimtes. Die hebben we tussen de twee woonentiteiten geplaatst; ze dienen als een buffer tussen de hoofd- en de zorgwoning”, gaat Bert verder. Die werkwijze trok hij buiten door: er is een gemeenschappelijke overdekte parkeerzone waar de gezinnen beschut zijn voor de regen als ze een rolwagen in en uit de auto laden. Daarnaast heeft elk gezin een eigen overdekte buitenruimte. Er is een ruim dakterras voor het jonge gezin en de tuin is gemeenschappelijk.”
Anderhalve woning
De stijl is sober en tijdloos, maar niet saai. “In feite is het een anderhalve woning. De kunst was om het ondanks het volume niet om aandacht te doen schreeuwen. Wij ontwerpen panden die bij hun bewoners passen en dit huis moest rust uitstralen. Dat is gelukt: ook al is het een aaneenschakeling van volumes, het is geen kakafonie, maar een harmonieus geheel.”
Montolivo
“Ik kan op een filosofische manier over bakstenen praten”, lacht Bert. “Ik hou van bakstenen met karakter en leven. De klei waarmee ze gemaakt worden komt uit de grond en dat moet te zien zijn, vandaar mijn voorkeur voor aardetinten en nuanceverschillen.” Toen hij de Pisa met zijn dieprode tinten en de auberginekleurige Trapani ontdekte, kon hij maar niet kiezen. Zo ontstond het idee om ze te mengen. “We begonnen wat te experimenteren. De combinatie van één helft Pisa en één helft Trapani zorgde voor zo’n mooie kleurschakering dat we daarvoor gegaan zijn.” De bewoners volgden de keuze van hun architect. En de fabrikant? Die was zo blij met deze vondst dat ze Bert vroegen er een officiële naam voor te bedenken. Had de voetballer Riccardo Montolivo in die periode niet zo geschitterd, dan had de mix misschien wel anders geheten. “Ik wou absoluut bij het Italiaans blijven. Geef toe: ‘olijfberg’ in het Italiaans klinkt toch heel poëtisch?”Wild- en claustra-verband. De gevels zijn gemetst in wildverband en de bakstenen zijn verlijmd. “Zo’n grote woning vraagt om een bruut karakter en de willekeur en natuurlijke look van wildverband komt daaraan tegemoet.” Aan de straatzijde is er ook een stukje in claustra-verband gemetst. Dat brengt lucht en licht naar binnen en zorgt voor een leuk lichtspel als de zon erop schijnt of als het buiten donker en binnen het licht aan is. “We wilden een sober totaalbeeld. Als je kiest voor een steen met zo veel karakter, doe je er goed aan het schrijnwerk te laten opgaan in het geheel. Vandaar onze keuze voor zwart aluminium en hout.” Door de bakstenen te laten doorlopen in de overdekte zones en zelfs tot in de woonkamer, versterkte de architect het binnenbuitengevoel. “In elk seizoen en bij elk type weer kunnen de twee gezinnen genieten van het buitenzijn. Bovendien is de buurt heel rustig. Dat alles maakt het hier zo fijn wonen.”
m03
info
Op een invalsweg langs de rand van Leuven worden drie rijwoningen en een studio, als uitbreiding van een bestaande woning, gerealiseerd. De uitbreiding is heel ingetogen en sober gedetailleerd. Zij vormt een rustpunt als overgang tussen de bestaande bebouwing en de nieuwe rijwoningen. De woningen zelf worden veel massiever uitgewerkt.
Het onregelmatige ritme van de ramen geeft het robuuste volume de nodige luchtigheid en zorgt voor een subtiel onderscheid tussen de verschillende woningen.
In de rijwoningen is er geopteerd voor een eenvoudige structuur binnen een traveemaat van vijf meter. Centraal in de woningen is een trappenpartij dwars in de ruimte geplaatst. Door deze ingreep ontstaat er een duidelijke interne organisatie tussen de verschillende woonfuncties.
Aangezien de tuin één niveau hoger ligt dan de straat, en de straat zelf een drukke invalsweg is, situeert de leefruimte zich op de eerste verdieping. Op het gelijkvloers wordt een meerwaarde gecreëerd door het invoegen van een patio aan de tuinzijde.
De bovenste verdieping omvat alle slaapvertrekken, waarbij een flexibele indeling tot drie slaapkamers mogelijk is.
publicaties:
hedendaagse architectuur in leuven 2006-2010
selectie architectuurprijs leuven 2012
Op een invalsweg langs de rand van Leuven worden drie rijwoningen en een studio, als uitbreiding van een bestaande woning, gerealiseerd. De uitbreiding is heel ingetogen en sober gedetailleerd. Zij vormt een rustpunt als overgang tussen de bestaande bebouwing en de nieuwe rijwoningen. De woningen zelf worden veel massiever uitgewerkt.
Het onregelmatige ritme van de ramen geeft het robuuste volume de nodige luchtigheid en zorgt voor een subtiel onderscheid tussen de verschillende woningen.
In de rijwoningen is er geopteerd voor een eenvoudige structuur binnen een traveemaat van vijf meter. Centraal in de woningen is een trappenpartij dwars in de ruimte geplaatst. Door deze ingreep ontstaat er een duidelijke interne organisatie tussen de verschillende woonfuncties.
Aangezien de tuin één niveau hoger ligt dan de straat, en de straat zelf een drukke invalsweg is, situeert de leefruimte zich op de eerste verdieping. Op het gelijkvloers wordt een meerwaarde gecreëerd door het invoegen van een patio aan de tuinzijde.
De bovenste verdieping omvat alle slaapvertrekken, waarbij een flexibele indeling tot drie slaapkamers mogelijk is.
publicaties:
hedendaagse architectuur in leuven 2006-2010
selectie architectuurprijs leuven 2012
f31
info
Op de voormalige industriële PLAMA-site was het centrale hoofdgebouw, een oude diamantslijperij, het historisch zwaartepunt van de ontwikkeling van de site.
Het gebouw heeft een sterke beeldbepalende waarde. Om de beeldwaarde van de oude diamantslijperij onvoorwaardelijk te vrijwaren werd aan de bestaande structuur in betonskelet en metselwerk niet geraakt.
Het gebouw werd ingevuld volgens het doos-in-doos principe. Concreet betekent dit dat de buitenschil van het gebouw volledig intact gelaten wordt en dat aan de binnenzijde een houtskelet-structuur opgebouwd wordt om de gewenste bouwfysische eigenschapen te bekomen.
Deze eigenschappen konden in dit geval zodanig geoptimaliseerd worden dat vijf laag-energie woningen verwezenlijkt werden.
Deze realisatie is de eerste fase van de volledige herbestemming van de PLAMA-site.
publicaties:
ar-tur | architectuurkaart wonen in de kempen 2005-2014
Op de voormalige industriële PLAMA-site was het centrale hoofdgebouw, een oude diamantslijperij, het historisch zwaartepunt van de ontwikkeling van de site.
Het gebouw heeft een sterke beeldbepalende waarde. Om de beeldwaarde van de oude diamantslijperij onvoorwaardelijk te vrijwaren werd aan de bestaande structuur in betonskelet en metselwerk niet geraakt.
Het gebouw werd ingevuld volgens het doos-in-doos principe. Concreet betekent dit dat de buitenschil van het gebouw volledig intact gelaten wordt en dat aan de binnenzijde een houtskelet-structuur opgebouwd wordt om de gewenste bouwfysische eigenschapen te bekomen.
Deze eigenschappen konden in dit geval zodanig geoptimaliseerd worden dat vijf laag-energie woningen verwezenlijkt werden.
Deze realisatie is de eerste fase van de volledige herbestemming van de PLAMA-site.
publicaties:
ar-tur | architectuurkaart wonen in de kempen 2005-2014
w09
h118
info
De samenwerking met de opdrachtgevers van dit project startte al voor de aankoop van het perceel. Na een eerste gesprek werd duidelijk dat niet het perceel dat de bouwheren in gedachte hadden, maar het veel kleinere buurperceel de ideale locatie was voor hun nieuwe woning. Deze locatie op de kop van de vork Hoveniersdreef en Spoorwegstraat, een fietsverbinding langsheen de spoorlijn Leuven – Heverlee, biedt een vrij uitzicht richting Abdij van Park. Deze ruimtelijkheid wordt nog versterkt door het aangrenzende resperceel in openbaar domein, dat optisch tot de eigen kavel kan gerekend worden.
In nauw overleg met de bouwheren is het ontwerp gegroeid vanuit een strak, compact basisvolume. De woning integreert zich zo maximaal in de buurt en brengt rust in een drukke omgeving. Op het gelijkvloers is een lange, smalle leefruimte ingepland langsheen de volledige zuidzijde. Deze ruimte zoekt dwars door de woning een verbinding met de straatzijde via een polyvalente ruimte en de keuken. De verdieping kent eenzelfde strakke organisatie: alle slaapkamers bevinden zich aan de achterzijde van de woning; langsheen de volledige straatzijde liggen de natte zones. Het inpandig dakterras doorprikt deze rigide opstelling en biedt de ouderkamer contact met de straat en uitzicht op het voorliggende parkgebied. De badkamer krijgt met het dakterras een maximale ruimtelijkheid met behoud van de nodige intimiteit.
Een ander belangrijk uitgangspunt voor de bouwheren was het bouwen van een duurzame, energiezuinige woning. Om die reden werd het huis maximaal geïsoleerd en luchtdicht uitgevoerd en werden houten buitenschrijnwerk, een zonneboiler en fotovoltaïsche zonnecellen geplaatst. De integratie van een ventilatiesysteem D en driedubbele beglazing vervullen niet alleen een rol in het ecologische verhaal, maar zijn ook cruciaal voor de akoestische buffering van de naastliggende spoorlijn. Op deze manier werd een E-peil 37 en een K-peil 26 behaald.
publicaties:
bouwen met baksteen 03/12
selectie architectuurprijs leuven 2012
De samenwerking met de opdrachtgevers van dit project startte al voor de aankoop van het perceel. Na een eerste gesprek werd duidelijk dat niet het perceel dat de bouwheren in gedachte hadden, maar het veel kleinere buurperceel de ideale locatie was voor hun nieuwe woning. Deze locatie op de kop van de vork Hoveniersdreef en Spoorwegstraat, een fietsverbinding langsheen de spoorlijn Leuven – Heverlee, biedt een vrij uitzicht richting Abdij van Park. Deze ruimtelijkheid wordt nog versterkt door het aangrenzende resperceel in openbaar domein, dat optisch tot de eigen kavel kan gerekend worden.
In nauw overleg met de bouwheren is het ontwerp gegroeid vanuit een strak, compact basisvolume. De woning integreert zich zo maximaal in de buurt en brengt rust in een drukke omgeving. Op het gelijkvloers is een lange, smalle leefruimte ingepland langsheen de volledige zuidzijde. Deze ruimte zoekt dwars door de woning een verbinding met de straatzijde via een polyvalente ruimte en de keuken. De verdieping kent eenzelfde strakke organisatie: alle slaapkamers bevinden zich aan de achterzijde van de woning; langsheen de volledige straatzijde liggen de natte zones. Het inpandig dakterras doorprikt deze rigide opstelling en biedt de ouderkamer contact met de straat en uitzicht op het voorliggende parkgebied. De badkamer krijgt met het dakterras een maximale ruimtelijkheid met behoud van de nodige intimiteit.
Een ander belangrijk uitgangspunt voor de bouwheren was het bouwen van een duurzame, energiezuinige woning. Om die reden werd het huis maximaal geïsoleerd en luchtdicht uitgevoerd en werden houten buitenschrijnwerk, een zonneboiler en fotovoltaïsche zonnecellen geplaatst. De integratie van een ventilatiesysteem D en driedubbele beglazing vervullen niet alleen een rol in het ecologische verhaal, maar zijn ook cruciaal voor de akoestische buffering van de naastliggende spoorlijn. Op deze manier werd een E-peil 37 en een K-peil 26 behaald.
publicaties:
bouwen met baksteen 03/12
selectie architectuurprijs leuven 2012
v08
info
Dit sociaal woonproject maakt deel uit van de nieuwe sociale tuinwijk Vlierbeekveld in Leuven. Het oorspronkelijke masterplan, opgemaakt door NERO, omvatte een mix van sociale woningen en –kavels rond een groot centraal park.
De enige groepswoningbouw binnen het masterplan zijn de sociale huurappartementen langsheen de Honingbijstraat. Dit project bestaat uit 29 wooneenheden, verdeeld over twee volumes die zo ver mogelijk in het aangrenzende park geschoven worden. Een centraal plein verbindt de circulatiezones van beide gebouwen en maakt van het gemeenschapslokaal een knooppunt.
In de architectuur zijn alle woningscheidende wanden en vloeren gearticuleerd zodat elke woning leesbaar is binnen het collectieve geheel. Het sobere materiaalgebruik en de doordachte detaillering zorgen voor krachtige volumes. De subtiele variatie in ramen en borstweringen zorgt voor een luchtige uitstraling.
Het langsgebouw met 18 woningen over 3 bouwlagen bakent het nieuwe park af en vormt een buffer naar de bestaande ééngezinswoningen. In de parkgevel zorgen woningbrede terrassen voor een weids uitzicht en een maximaal contact van de leefruimtes met het park. In de pleingevel filteren smalle verdiepingshoge ramen het zicht op de bestaande tuinen. Op het gelijkvloers liggen 6 rolstoeltoegankelijke woningen van type 1/2. Op de eerste en tweede verdieping zijn er telkens 6 woningen van type 3/4.
Het kopgebouw aan de rand van het park vormt een baken binnen in de nieuwe wijk. In dit gebouw liggen de woningen rondom een centrale kern. Alle terrassen, leefruimtes en slaapkamers kijken uit over de omgeving. Op het gelijkvloers vormt een gemeenschappelijk ontmoetingslokaal de overgang tussen het gebouw en het park. In dit gebouw zijn er 11 woningen, 1 van type 2/3 en 12 van type 3/4.
Om het project verder te illustreren volgt hierna een uittreksel uit een essay ‘Architectuur als Maatschappelijk Project’ van Joeri De Bruyn (Public Space) zoals verschenen in de pulbicatie ‘Hedendaagse Architectuur Leuven 2010/2015’, uitgegeven door Stad en Architectuur:
De relatieve vrijheid van de kleinschalige, particuliere woningbouw om architectuur-op-maat te maken, verdwijnt wanneer het gaat om sociale woningbouw. Om de kosten te drukken is de sociale woningbouw noodzakelijkerwijze grootschaliger en rationeler, en is het zelden mogelijk om extra te investeren in een uitgekiende afwerking of materiaalkeuze. Daarenboven moet de sociale woningbouw voldoen aan strenge regels met betrekking tot bijvoorbeeld de oppervlaktes van leefruimtes en slaapkamers. Die strenge regelgeving maakt het voor ontwerpers doorgaans niet gemakkelijk om vernieuwend uit de hoek te komen. Desondanks slagen architecten er hier en daar in om toch met kwaliteit voor de dak te komen. Een goed voorbeeld hiervan zijn de sociale woningen in Vlierbeekveld, vlakbij de abdij van Vlierbeek. In een nieuw, centraal buurtpark voor de hele wijk bouwde de tijdelijke vennootschap DAS/WIT architecten twee volumes met in totaal 29 woningen. De inplanting van de gebouwen in het park geeft structuur en betekenins aan de omringende wijk. Er ontstaat als het ware een nieuw (dorps) centrum. Het plan voor de publieke ruimte van D+A Consult werd trouwens genomineerd voor de Vlaamse prijs Publieke Ruimte 2015. Dankzij de sterke en robuuste beeldtaal van de woongebouwen, de ingenieuze grondplannen met hun maximalisatie van het ruimtegebruik, en de woningbrede terrassen die hun relatie aangaan met het park, bieden de nieuwe woningen een hoge belevingskwaliteit.
publicaties
laureaat provinciale architectuurprijs vlaams-brabant 2017
hedendaagse architectuur leuven 2010/2015’, stad en architectuur
Dit sociaal woonproject maakt deel uit van de nieuwe sociale tuinwijk Vlierbeekveld in Leuven. Het oorspronkelijke masterplan, opgemaakt door NERO, omvatte een mix van sociale woningen en –kavels rond een groot centraal park.
De enige groepswoningbouw binnen het masterplan zijn de sociale huurappartementen langsheen de Honingbijstraat. Dit project bestaat uit 29 wooneenheden, verdeeld over twee volumes die zo ver mogelijk in het aangrenzende park geschoven worden. Een centraal plein verbindt de circulatiezones van beide gebouwen en maakt van het gemeenschapslokaal een knooppunt.
In de architectuur zijn alle woningscheidende wanden en vloeren gearticuleerd zodat elke woning leesbaar is binnen het collectieve geheel. Het sobere materiaalgebruik en de doordachte detaillering zorgen voor krachtige volumes. De subtiele variatie in ramen en borstweringen zorgt voor een luchtige uitstraling.
Het langsgebouw met 18 woningen over 3 bouwlagen bakent het nieuwe park af en vormt een buffer naar de bestaande ééngezinswoningen. In de parkgevel zorgen woningbrede terrassen voor een weids uitzicht en een maximaal contact van de leefruimtes met het park. In de pleingevel filteren smalle verdiepingshoge ramen het zicht op de bestaande tuinen. Op het gelijkvloers liggen 6 rolstoeltoegankelijke woningen van type 1/2. Op de eerste en tweede verdieping zijn er telkens 6 woningen van type 3/4.
Het kopgebouw aan de rand van het park vormt een baken binnen in de nieuwe wijk. In dit gebouw liggen de woningen rondom een centrale kern. Alle terrassen, leefruimtes en slaapkamers kijken uit over de omgeving. Op het gelijkvloers vormt een gemeenschappelijk ontmoetingslokaal de overgang tussen het gebouw en het park. In dit gebouw zijn er 11 woningen, 1 van type 2/3 en 12 van type 3/4.
Om het project verder te illustreren volgt hierna een uittreksel uit een essay ‘Architectuur als Maatschappelijk Project’ van Joeri De Bruyn (Public Space) zoals verschenen in de pulbicatie ‘Hedendaagse Architectuur Leuven 2010/2015’, uitgegeven door Stad en Architectuur:
De relatieve vrijheid van de kleinschalige, particuliere woningbouw om architectuur-op-maat te maken, verdwijnt wanneer het gaat om sociale woningbouw. Om de kosten te drukken is de sociale woningbouw noodzakelijkerwijze grootschaliger en rationeler, en is het zelden mogelijk om extra te investeren in een uitgekiende afwerking of materiaalkeuze. Daarenboven moet de sociale woningbouw voldoen aan strenge regels met betrekking tot bijvoorbeeld de oppervlaktes van leefruimtes en slaapkamers. Die strenge regelgeving maakt het voor ontwerpers doorgaans niet gemakkelijk om vernieuwend uit de hoek te komen. Desondanks slagen architecten er hier en daar in om toch met kwaliteit voor de dak te komen. Een goed voorbeeld hiervan zijn de sociale woningen in Vlierbeekveld, vlakbij de abdij van Vlierbeek. In een nieuw, centraal buurtpark voor de hele wijk bouwde de tijdelijke vennootschap DAS/WIT architecten twee volumes met in totaal 29 woningen. De inplanting van de gebouwen in het park geeft structuur en betekenins aan de omringende wijk. Er ontstaat als het ware een nieuw (dorps) centrum. Het plan voor de publieke ruimte van D+A Consult werd trouwens genomineerd voor de Vlaamse prijs Publieke Ruimte 2015. Dankzij de sterke en robuuste beeldtaal van de woongebouwen, de ingenieuze grondplannen met hun maximalisatie van het ruimtegebruik, en de woningbrede terrassen die hun relatie aangaan met het park, bieden de nieuwe woningen een hoge belevingskwaliteit.
publicaties
laureaat provinciale architectuurprijs vlaams-brabant 2017
hedendaagse architectuur leuven 2010/2015’, stad en architectuur
Dit sociaal woonproject maakt deel uit van de nieuwe sociale tuinwijk Vlierbeekveld in Leuven. Het oorspronkelijke masterplan, opgemaakt door NERO, omvatte een mix van sociale woningen en –kavels rond een groot centraal park.
De enige groepswoningbouw binnen het masterplan zijn de sociale huurappartementen langsheen de Honingbijstraat. Dit project bestaat uit 29 wooneenheden, verdeeld over twee volumes die zo ver mogelijk in het aangrenzende park geschoven worden. Een centraal plein verbindt de circulatiezones van beide gebouwen en maakt van het gemeenschapslokaal een knooppunt.
In de architectuur zijn alle woningscheidende wanden en vloeren gearticuleerd zodat elke woning leesbaar is binnen het collectieve geheel. Het sobere materiaalgebruik en de doordachte detaillering zorgen voor krachtige volumes. De subtiele variatie in ramen en borstweringen zorgt voor een luchtige uitstraling.
Het langsgebouw met 18 woningen over 3 bouwlagen bakent het nieuwe park af en vormt een buffer naar de bestaande ééngezinswoningen. In de parkgevel zorgen woningbrede terrassen voor een weids uitzicht en een maximaal contact van de leefruimtes met het park. In de pleingevel filteren smalle verdiepingshoge ramen het zicht op de bestaande tuinen. Op het gelijkvloers liggen 6 rolstoeltoegankelijke woningen van type 1/2. Op de eerste en tweede verdieping zijn er telkens 6 woningen van type 3/4.
Het kopgebouw aan de rand van het park vormt een baken binnen in de nieuwe wijk. In dit gebouw liggen de woningen rondom een centrale kern. Alle terrassen, leefruimtes en slaapkamers kijken uit over de omgeving. Op het gelijkvloers vormt een gemeenschappelijk ontmoetingslokaal de overgang tussen het gebouw en het park. In dit gebouw zijn er 11 woningen, 1 van type 2/3 en 12 van type 3/4.
Om het project verder te illustreren volgt hierna een uittreksel uit een essay ‘Architectuur als Maatschappelijk Project’ van Joeri De Bruyn (Public Space) zoals verschenen in de pulbicatie ‘Hedendaagse Architectuur Leuven 2010/2015’, uitgegeven door Stad en Architectuur:
De relatieve vrijheid van de kleinschalige, particuliere woningbouw om architectuur-op-maat te maken, verdwijnt wanneer het gaat om sociale woningbouw. Om de kosten te drukken is de sociale woningbouw noodzakelijkerwijze grootschaliger en rationeler, en is het zelden mogelijk om extra te investeren in een uitgekiende afwerking of materiaalkeuze. Daarenboven moet de sociale woningbouw voldoen aan strenge regels met betrekking tot bijvoorbeeld de oppervlaktes van leefruimtes en slaapkamers. Die strenge regelgeving maakt het voor ontwerpers doorgaans niet gemakkelijk om vernieuwend uit de hoek te komen. Desondanks slagen architecten er hier en daar in om toch met kwaliteit voor de dak te komen. Een goed voorbeeld hiervan zijn de sociale woningen in Vlierbeekveld, vlakbij de abdij van Vlierbeek. In een nieuw, centraal buurtpark voor de hele wijk bouwde de tijdelijke vennootschap DAS/WIT architecten twee volumes met in totaal 29 woningen. De inplanting van de gebouwen in het park geeft structuur en betekenins aan de omringende wijk. Er ontstaat als het ware een nieuw (dorps) centrum. Het plan voor de publieke ruimte van D+A Consult werd trouwens genomineerd voor de Vlaamse prijs Publieke Ruimte 2015. Dankzij de sterke en robuuste beeldtaal van de woongebouwen, de ingenieuze grondplannen met hun maximalisatie van het ruimtegebruik, en de woningbrede terrassen die hun relatie aangaan met het park, bieden de nieuwe woningen een hoge belevingskwaliteit.
publicaties
laureaat provinciale architectuurprijs vlaams-brabant 2017
hedendaagse architectuur leuven 2010/2015’, stad en architectuur
Dit sociaal woonproject maakt deel uit van de nieuwe sociale tuinwijk Vlierbeekveld in Leuven. Het oorspronkelijke masterplan, opgemaakt door NERO, omvatte een mix van sociale woningen en –kavels rond een groot centraal park.
De enige groepswoningbouw binnen het masterplan zijn de sociale huurappartementen langsheen de Honingbijstraat. Dit project bestaat uit 29 wooneenheden, verdeeld over twee volumes die zo ver mogelijk in het aangrenzende park geschoven worden. Een centraal plein verbindt de circulatiezones van beide gebouwen en maakt van het gemeenschapslokaal een knooppunt.
In de architectuur zijn alle woningscheidende wanden en vloeren gearticuleerd zodat elke woning leesbaar is binnen het collectieve geheel. Het sobere materiaalgebruik en de doordachte detaillering zorgen voor krachtige volumes. De subtiele variatie in ramen en borstweringen zorgt voor een luchtige uitstraling.
Het langsgebouw met 18 woningen over 3 bouwlagen bakent het nieuwe park af en vormt een buffer naar de bestaande ééngezinswoningen. In de parkgevel zorgen woningbrede terrassen voor een weids uitzicht en een maximaal contact van de leefruimtes met het park. In de pleingevel filteren smalle verdiepingshoge ramen het zicht op de bestaande tuinen. Op het gelijkvloers liggen 6 rolstoeltoegankelijke woningen van type 1/2. Op de eerste en tweede verdieping zijn er telkens 6 woningen van type 3/4.
Het kopgebouw aan de rand van het park vormt een baken binnen in de nieuwe wijk. In dit gebouw liggen de woningen rondom een centrale kern. Alle terrassen, leefruimtes en slaapkamers kijken uit over de omgeving. Op het gelijkvloers vormt een gemeenschappelijk ontmoetingslokaal de overgang tussen het gebouw en het park. In dit gebouw zijn er 11 woningen, 1 van type 2/3 en 12 van type 3/4.
Om het project verder te illustreren volgt hierna een uittreksel uit een essay ‘Architectuur als Maatschappelijk Project’ van Joeri De Bruyn (Public Space) zoals verschenen in de pulbicatie ‘Hedendaagse Architectuur Leuven 2010/2015’, uitgegeven door Stad en Architectuur:
De relatieve vrijheid van de kleinschalige, particuliere woningbouw om architectuur-op-maat te maken, verdwijnt wanneer het gaat om sociale woningbouw. Om de kosten te drukken is de sociale woningbouw noodzakelijkerwijze grootschaliger en rationeler, en is het zelden mogelijk om extra te investeren in een uitgekiende afwerking of materiaalkeuze. Daarenboven moet de sociale woningbouw voldoen aan strenge regels met betrekking tot bijvoorbeeld de oppervlaktes van leefruimtes en slaapkamers. Die strenge regelgeving maakt het voor ontwerpers doorgaans niet gemakkelijk om vernieuwend uit de hoek te komen. Desondanks slagen architecten er hier en daar in om toch met kwaliteit voor de dak te komen. Een goed voorbeeld hiervan zijn de sociale woningen in Vlierbeekveld, vlakbij de abdij van Vlierbeek. In een nieuw, centraal buurtpark voor de hele wijk bouwde de tijdelijke vennootschap DAS/WIT architecten twee volumes met in totaal 29 woningen. De inplanting van de gebouwen in het park geeft structuur en betekenins aan de omringende wijk. Er ontstaat als het ware een nieuw (dorps) centrum. Het plan voor de publieke ruimte van D+A Consult werd trouwens genomineerd voor de Vlaamse prijs Publieke Ruimte 2015. Dankzij de sterke en robuuste beeldtaal van de woongebouwen, de ingenieuze grondplannen met hun maximalisatie van het ruimtegebruik, en de woningbrede terrassen die hun relatie aangaan met het park, bieden de nieuwe woningen een hoge belevingskwaliteit.
publicaties
laureaat provinciale architectuurprijs vlaams-brabant 2017
hedendaagse architectuur leuven 2010/2015’, stad en architectuur
h01
t374
info
De site is gelegen op een druk verkeersknooppunt aan de rand van Leuven. Midden op dit terrein staat een utiliteitsbouw met een quasi vierkante footprint, waarin een Mazda-garage met showroom is gevestigd. Het complex bestond initieel uit de oorspronkelijke garage uit de jaren ’30, aangevuld met latere uitbreidingen uit de jaren ‘70 en ’80. Door de opeenvolgende uitbreidingen van de site had het straatbeeld een eerder gedateerd, fragmentarisch en slordig karakter.
Om het amalgaam gevelbeeld te corrigeren werd een nieuw, bindend scherm over de volledige lengte van het bestaande volume bedacht. Dit scherm staat volledig vrij van alle bestaande constructies, en creëert zo één nieuw harmonisch gevelbeeld langsheen de straatzijde. Deze strategische ingreep veranderde niets aan de interne en/of externe werking van de site, maar gaf de showroom een volledig nieuw imago, op maat van de ambities van de opdrachtgever.
De achterliggende dragende constructie van het scherm is één groot zelfdragend vakwerk in gegalvaniseerde stalen kokerprofielen, die puntsgewijs wordt verbonden met een sokkel in zichtbeton. Hieraan zijn modulaire, verdiepingshoge gevel-elementen, ingevuld met gegalvaniseerd strekmetaal, bevestigd om een massief, maar toch semi-transparant totaalbeeld te bekomen.
Het gegalvaniseerd strekmetaal vormde de perfecte materialisatie van het basisconcept: enerzijds sluit de profilering perfect aan bij het robuuste, duurzame en (aero)dynamische karakter van de auto-industrie, anderzijds wordt door de transparantie van het materiaal de oorspronkelijke garage niet volledig verborgen, maar is ze nog voelbaar, als een herinnering aan haar vroegere glorie.
publicaties:
selectie benelux trofee voor thermisch verzinken 2017
De site is gelegen op een druk verkeersknooppunt aan de rand van Leuven. Midden op dit terrein staat een utiliteitsbouw met een quasi vierkante footprint, waarin een Mazda-garage met showroom is gevestigd. Het complex bestond initieel uit de oorspronkelijke garage uit de jaren ’30, aangevuld met latere uitbreidingen uit de jaren ‘70 en ’80. Door de opeenvolgende uitbreidingen van de site had het straatbeeld een eerder gedateerd, fragmentarisch en slordig karakter.
Om het amalgaam gevelbeeld te corrigeren werd een nieuw, bindend scherm over de volledige lengte van het bestaande volume bedacht. Dit scherm staat volledig vrij van alle bestaande constructies, en creëert zo één nieuw harmonisch gevelbeeld langsheen de straatzijde. Deze strategische ingreep veranderde niets aan de interne en/of externe werking van de site, maar gaf de showroom een volledig nieuw imago, op maat van de ambities van de opdrachtgever.
De achterliggende dragende constructie van het scherm is één groot zelfdragend vakwerk in gegalvaniseerde stalen kokerprofielen, die puntsgewijs wordt verbonden met een sokkel in zichtbeton. Hieraan zijn modulaire, verdiepingshoge gevel-elementen, ingevuld met gegalvaniseerd strekmetaal, bevestigd om een massief, maar toch semi-transparant totaalbeeld te bekomen.
Het gegalvaniseerd strekmetaal vormde de perfecte materialisatie van het basisconcept: enerzijds sluit de profilering perfect aan bij het robuuste, duurzame en (aero)dynamische karakter van de auto-industrie, anderzijds wordt door de transparantie van het materiaal de oorspronkelijke garage niet volledig verborgen, maar is ze nog voelbaar, als een herinnering aan haar vroegere glorie.
publicaties:
selectie benelux trofee voor thermisch verzinken 2017
De site is gelegen op een druk verkeersknooppunt aan de rand van Leuven. Midden op dit terrein staat een utiliteitsbouw met een quasi vierkante footprint, waarin een Mazda-garage met showroom is gevestigd. Het complex bestond initieel uit de oorspronkelijke garage uit de jaren ’30, aangevuld met latere uitbreidingen uit de jaren ‘70 en ’80. Door de opeenvolgende uitbreidingen van de site had het straatbeeld een eerder gedateerd, fragmentarisch en slordig karakter.
Om het amalgaam gevelbeeld te corrigeren werd een nieuw, bindend scherm over de volledige lengte van het bestaande volume bedacht. Dit scherm staat volledig vrij van alle bestaande constructies, en creëert zo één nieuw harmonisch gevelbeeld langsheen de straatzijde. Deze strategische ingreep veranderde niets aan de interne en/of externe werking van de site, maar gaf de showroom een volledig nieuw imago, op maat van de ambities van de opdrachtgever.
De achterliggende dragende constructie van het scherm is één groot zelfdragend vakwerk in gegalvaniseerde stalen kokerprofielen, die puntsgewijs wordt verbonden met een sokkel in zichtbeton. Hieraan zijn modulaire, verdiepingshoge gevel-elementen, ingevuld met gegalvaniseerd strekmetaal, bevestigd om een massief, maar toch semi-transparant totaalbeeld te bekomen.
Het gegalvaniseerd strekmetaal vormde de perfecte materialisatie van het basisconcept: enerzijds sluit de profilering perfect aan bij het robuuste, duurzame en (aero)dynamische karakter van de auto-industrie, anderzijds wordt door de transparantie van het materiaal de oorspronkelijke garage niet volledig verborgen, maar is ze nog voelbaar, als een herinnering aan haar vroegere glorie.
publicaties:
selectie benelux trofee voor thermisch verzinken 2017
v16
info
In een bestaande verkaveling uit de jaren ‘70 was één kavel onbebouwd gebleven.
De verkaveling heeft een dichtheid van 18 woningen/ha en bestaat grotendeels uit ruime bel-etage woningen. Een gezin met 2 opgroeiende kinderen wilde, na een aantal jaren in een pittoresk dorp met een weids uitzicht op de natuur, weer naar de stad verhuizen.
De ligging van het restperceel te midden van scholen en winkels, stad en natuur was optimaal.
Als compensatie voor de weidsheid van hun vorige woning moest de nieuwe woning een maximale ruimtelijkheid krijgen. Daarom bestaat de leefruimte uit drie delen die zo veel mogelijk in elkaar overvloeien. Op het gelijkvloers ligt, net achter de straatgevel, een besloten zitruimte. De ruime eetplaats achteraan in de woning opent zich maximaal naar de tuin. Via de open trap in de centrale vide is de studeerruimte boven de zitruimte bereikbaar. De verschillende ruimtes combineren verschillende sferen, creëren boeiende doorzichten en zorgen ervoor dat het zonlicht diep in de woning valt.
De slaapverdiepingen hogerop in de woning zijn intiemer en meer besloten uitgewerkt. Het dakterras in de oksel van twee slaapkamers doorbreekt dat gesloten karakter.
Hier zoekt de woning opnieuw contact met haar omgeving.
publicaties:
hedendaagse architectuur leuven 2006-2011
ik ga bouwen en renoveren 358
n80
info
In een zoektocht naar een plek om te wonen werd een pand aangekocht omwille van zijn gunstige locatie eerder dan om zijn architecturale kwaliteiten. Het terrein was breed maar zeer ondiep, de Vlaamse koterijen domineerden.
Om tot een haalbaar, kwaliteitsvol woonproject te komen werd een inbreidingsstrategie ontwikkeld. Hierbij werd het eigendom opgesplitst in twee delen waarbij de oorspronkelijke woning marktgericht ontwikkeld werd als patiowoning, en de voormalige tuin van de woning gebruikt werd als bouwgrond voor een eigen nieuwbouwwoning.
De restruimte voor de nieuwbouwwoning telde amper 10 op 15 meter en lag in het straatbeeld op een scharnierpunt tussen twee woningtypes met totaal verschillende kroonlijsthoogtes.
Om tot een correct evenwicht te komen tussen woonoppervlakte en buitenruimte moest een uiterst compact plan opgebouwd worden. Om het straatbeeld harmonisch te sluiten werd in het nieuwe volume een dakterras voorzien. Hierdoor werd de kroonlijsthoogte plaatselijk optisch verlaagd zodat deze kan aansluiten aan deze van de naburige woning.
Een maximale openheid zorgt ervoor dat de grenzen tussen binnen- en buitenruimtes vervagen. Hierdoor dragen de buitenruimtes bij tot de ruimtelijkheid van de binnenruimtes, en omgekeerd.
Bij de uitwerking van de tuinzones is er van bij de start van het ontwerp intensief samengewerkt met tuinarchitecte Karine Sebreghts. Samen met haar is ook de stoeptuin langsheen de straatzijde van de nieuwbouwwoning ontwikkeld. Hierdoor zal binnen enkele lentes de gevelbegroening een belangrijk element vormen in de gevelopbouw en een meerwaarde betekenen voor het straatbeeld.
publicaties:
bouwen met baksteen 03/09
hedendaagse architectuur in leuven 2006-2010
ik ga bouwen en renoveren 342
selectie architectuurprijs stad leuven 2012
selectie VAi dag van de architectuur 2011
In een zoektocht naar een plek om te wonen werd een pand aangekocht omwille van zijn gunstige locatie eerder dan om zijn architecturale kwaliteiten. Het terrein was breed maar zeer ondiep, de Vlaamse koterijen domineerden.
Om tot een haalbaar, kwaliteitsvol woonproject te komen werd een inbreidingsstrategie ontwikkeld. Hierbij werd het eigendom opgesplitst in twee delen waarbij de oorspronkelijke woning marktgericht ontwikkeld werd als patiowoning, en de voormalige tuin van de woning gebruikt werd als bouwgrond voor een eigen nieuwbouwwoning.
De restruimte voor de nieuwbouwwoning telde amper 10 op 15 meter en lag in het straatbeeld op een scharnierpunt tussen twee woningtypes met totaal verschillende kroonlijsthoogtes.
Om tot een correct evenwicht te komen tussen woonoppervlakte en buitenruimte moest een uiterst compact plan opgebouwd worden. Om het straatbeeld harmonisch te sluiten werd in het nieuwe volume een dakterras voorzien. Hierdoor werd de kroonlijsthoogte plaatselijk optisch verlaagd zodat deze kan aansluiten aan deze van de naburige woning.
Een maximale openheid zorgt ervoor dat de grenzen tussen binnen- en buitenruimtes vervagen. Hierdoor dragen de buitenruimtes bij tot de ruimtelijkheid van de binnenruimtes, en omgekeerd.
Bij de uitwerking van de tuinzones is er van bij de start van het ontwerp intensief samengewerkt met tuinarchitecte Karine Sebreghts. Samen met haar is ook de stoeptuin langsheen de straatzijde van de nieuwbouwwoning ontwikkeld. Hierdoor zal binnen enkele lentes de gevelbegroening een belangrijk element vormen in de gevelopbouw en een meerwaarde betekenen voor het straatbeeld.
publicaties:
bouwen met baksteen 03/09
hedendaagse architectuur in leuven 2006-2010
ik ga bouwen en renoveren 342
selectie architectuurprijs stad leuven 2012
selectie VAi dag van de architectuur 2011
b35
l85
k01
p40
info
Deze woning is de één van negen nieuwe woningen in een bestaande straat met een uniform beeld van smalle rijwoningen in donkere gevelsteen. De nieuwe woningen zijn door hun schaal en opgelegde vormgeving zeer verschillend van de bestaande woningen. Deze woning is de eerste van de rij en daardoor bepalend voor het globale beeld.
Het volume wordt uitgewerkt als één massief blok met een aantal scherp gedetailleerde uitsnijdingen. De woning is krachtig om de nieuwe rij woningen een gezicht te geven in de straat, maar tegelijk subtiel door de plaatsing en uitvoering van de uitsnijdingen.
In de woning wordt gewerkt op het gelijkvloers, gewoond op de eerste verdieping en geslapen op de tweede verdieping; telkens is er een grote continuïteit tussen de verschillende verdiepingen. Het gelijkvloers en de eerste verdieping worden verbonden door de vide en het dubbelhoge raam achteraan, de eerste en de tweede verdieping sluiten allebei aan op het terras langs de straat. Op het gelijkvloers ligt er, net achter de voordeur, een ontvangstruimte: een bufferruimte waar trap, bureau en berging op aansluiten. De werkruimte achteraan sluit aan op de tuin en op het buurtpark naast en achter de woning.
Op de woonverdieping zorgen het terras vooraan en de vide achteraan voor een geleidelijke overgang tussen de straat, het park en de leefruimte; er is telkens een dubbele gevelwand tussen het openbare en het prive-leven. Het terras langs de straat vormt een uitbreiding van de woonruimte. De schuifdeuren hebben geen hoekstijl en de vloerafwerking loopt door van binnen naar buiten.
publicaties:
hedendaagse architectuur leuven 2002-2006
ik ga bouwen en renoveren 329
Deze woning is de één van negen nieuwe woningen in een bestaande straat met een uniform beeld van smalle rijwoningen in donkere gevelsteen. De nieuwe woningen zijn door hun schaal en opgelegde vormgeving zeer verschillend van de bestaande woningen. Deze woning is de eerste van de rij en daardoor bepalend voor het globale beeld.
Het volume wordt uitgewerkt als één massief blok met een aantal scherp gedetailleerde uitsnijdingen. De woning is krachtig om de nieuwe rij woningen een gezicht te geven in de straat, maar tegelijk subtiel door de plaatsing en uitvoering van de uitsnijdingen.
In de woning wordt gewerkt op het gelijkvloers, gewoond op de eerste verdieping en geslapen op de tweede verdieping; telkens is er een grote continuïteit tussen de verschillende verdiepingen. Het gelijkvloers en de eerste verdieping worden verbonden door de vide en het dubbelhoge raam achteraan, de eerste en de tweede verdieping sluiten allebei aan op het terras langs de straat. Op het gelijkvloers ligt er, net achter de voordeur, een ontvangstruimte: een bufferruimte waar trap, bureau en berging op aansluiten. De werkruimte achteraan sluit aan op de tuin en op het buurtpark naast en achter de woning.
Op de woonverdieping zorgen het terras vooraan en de vide achteraan voor een geleidelijke overgang tussen de straat, het park en de leefruimte; er is telkens een dubbele gevelwand tussen het openbare en het prive-leven. Het terras langs de straat vormt een uitbreiding van de woonruimte. De schuifdeuren hebben geen hoekstijl en de vloerafwerking loopt door van binnen naar buiten.
publicaties:
hedendaagse architectuur leuven 2002-2006
ik ga bouwen en renoveren 329
Deze woning is de één van negen nieuwe woningen in een bestaande straat met een uniform beeld van smalle rijwoningen in donkere gevelsteen. De nieuwe woningen zijn door hun schaal en opgelegde vormgeving zeer verschillend van de bestaande woningen. Deze woning is de eerste van de rij en daardoor bepalend voor het globale beeld.
Het volume wordt uitgewerkt als één massief blok met een aantal scherp gedetailleerde uitsnijdingen. De woning is krachtig om de nieuwe rij woningen een gezicht te geven in de straat, maar tegelijk subtiel door de plaatsing en uitvoering van de uitsnijdingen.
In de woning wordt gewerkt op het gelijkvloers, gewoond op de eerste verdieping en geslapen op de tweede verdieping; telkens is er een grote continuïteit tussen de verschillende verdiepingen. Het gelijkvloers en de eerste verdieping worden verbonden door de vide en het dubbelhoge raam achteraan, de eerste en de tweede verdieping sluiten allebei aan op het terras langs de straat. Op het gelijkvloers ligt er, net achter de voordeur, een ontvangstruimte: een bufferruimte waar trap, bureau en berging op aansluiten. De werkruimte achteraan sluit aan op de tuin en op het buurtpark naast en achter de woning.
Op de woonverdieping zorgen het terras vooraan en de vide achteraan voor een geleidelijke overgang tussen de straat, het park en de leefruimte; er is telkens een dubbele gevelwand tussen het openbare en het prive-leven. Het terras langs de straat vormt een uitbreiding van de woonruimte. De schuifdeuren hebben geen hoekstijl en de vloerafwerking loopt door van binnen naar buiten.
publicaties:
hedendaagse architectuur leuven 2002-2006
ik ga bouwen en renoveren 329
b52
m01
info
De kloostersite werd tot begin jaren 2000 als dorpsschool gebruikt. Nadien werden de klaslokalen gebruikt als repetitie- ruimte voor verenigingen en werden er feestjes georganiseerd in het voormalige parochiecentrum. Om een duurzame invulling op lange termijn mogelijk te maken, richtte een groep geëngageerde bewoners een open monumentenvereniging op: de vzw Klooster Meer.
Vanaf de eerste plannen in 2007 tot het einde van de werken in 2023 en ook nu nog, bij de zoektocht naar erfpachters voor de publieke delen, heeft de vzw de coördinatie van het project op zich genomen. Zij vormde het aanspreekpunt voor de vijf verschillende opdrachtgevers, drie ontwerpers en alle betrokken instanties. De restauratie en herbestemming van de monumenten werd opgevolgd door aNNo architecten, de sociale woningen zijn ontworpen door das.teamvanmeer!, de buitenaanleg is van D+A.
De vijf historische gebouwen op de kloostersite kregen een functie die het dorpsleven ondersteunt: een ontmoetings-centrum met bibliotheek, een B&B, een theehuis en twee kantoorgebouwtjes op maat van de lokale economie. Om het project meer slagkracht te geven, werkte de vzw samen met woonmaatschappij De Noorderkempen om, naast de collectie ve voorzieningen, ook sociale woningen op de site te realiseren.
De huurwoningen werden toegewezen aan kleine gezinnen of alleenstaanden die op een wachtlijst stonden. Voor de koopwoningen konden geïnteresseerden met een beperkt inkomen zich kandidaat stellen. De vzw selecteerde en begeleidde ook de uitbaters van de verschillende historische gebouwen.
Die inzet werd in 2023 beloond met de Europa Nostra Award. De jury schreef: ‘Het Meerse Dorpsplein is een goed voorbeeld van hoe een erfgoedlocatie kan dienen als een sterke verbindende kracht binnen een gemeenschap.’
De nieuwe woningen vormen een ingetogen achtergrond voor de historische gebouwen. Ze bevinden zich op de randen van de site en zijn sober vormgegeven. Door hun inplanting kon de volledige site autovrij worden. De bewoners parkeren in de carport onder de huurwoningen of tegen de zijgevel van de rijwoningen. Verder is er enkel zacht verkeer mogelijk. Hierdoor ontstond een nieuw dorpsplein op mensenmaat. Onder meer de lokale markt vond er een plek. Het park tussen het klooster en de kerk van Meer vormt een ideale aanvulling op de compacte buitenruimte van elke woning.
De huurwoningen die in de eerste fase zijn gebouwd, hebben een overdekt terras dat uitkijkt op het dorpsplein. De koopwoningen van de tweede fase hebben een compacte tuin op het westen. De ontmoetingsruimte in de voormalige parochiezaal vormt een laagdrempelige plek om activiteiten te organiseren. Het theehuis is op korte tijd een vaste rendez-vousplek geworden. Alle nieuwe functies sluiten aan op het plein, dat via verschillende doorsteken met de omgeving verbonden is. In de woningen gingen de ontwerpers op zoek naar een evenwicht tussen het individuele en het collectieve. Als aanvulling op het genereuze groen van het park hebben de woningen een compacte, besloten buitenruimte in het verlengde van hun leefruimte. De relatie tussen de leefruimte en de site wordt gefilterd door een claustra of door de ramen heel diep in de gevel te plaatsen. Het gemeenschappelijke leven begint aan de gevel, maar de gevel zelf is vormgegeven als een overgang tussen het collectieve en de intimiteit van de woning
publicaties:
winnaar European Heritage awards | Europa Nostra 2023
winnaar driejaarlijkse Renaat Braemprijs 2024, schoon wonen in provincie Antwerpen
De kloostersite werd tot begin jaren 2000 als dorpsschool gebruikt. Nadien werden de klaslokalen gebruikt als repetitie- ruimte voor verenigingen en werden er feestjes georganiseerd in het voormalige parochiecentrum. Om een duurzame invulling op lange termijn mogelijk te maken, richtte een groep geëngageerde bewoners een open monumentenvereniging op: de vzw Klooster Meer.
Vanaf de eerste plannen in 2007 tot het einde van de werken in 2023 en ook nu nog, bij de zoektocht naar erfpachters voor de publieke delen, heeft de vzw de coördinatie van het project op zich genomen. Zij vormde het aanspreekpunt voor de vijf verschillende opdrachtgevers, drie ontwerpers en alle betrokken instanties. De restauratie en herbestemming van de monumenten werd opgevolgd door aNNo architecten, de sociale woningen zijn ontworpen door das.teamvanmeer!, de buitenaanleg is van D+A.
De vijf historische gebouwen op de kloostersite kregen een functie die het dorpsleven ondersteunt: een ontmoetings-centrum met bibliotheek, een B&B, een theehuis en twee kantoorgebouwtjes op maat van de lokale economie. Om het project meer slagkracht te geven, werkte de vzw samen met woonmaatschappij De Noorderkempen om, naast de collectie ve voorzieningen, ook sociale woningen op de site te realiseren.
De huurwoningen werden toegewezen aan kleine gezinnen of alleenstaanden die op een wachtlijst stonden. Voor de koopwoningen konden geïnteresseerden met een beperkt inkomen zich kandidaat stellen. De vzw selecteerde en begeleidde ook de uitbaters van de verschillende historische gebouwen.
Die inzet werd in 2023 beloond met de Europa Nostra Award. De jury schreef: ‘Het Meerse Dorpsplein is een goed voorbeeld van hoe een erfgoedlocatie kan dienen als een sterke verbindende kracht binnen een gemeenschap.’
De nieuwe woningen vormen een ingetogen achtergrond voor de historische gebouwen. Ze bevinden zich op de randen van de site en zijn sober vormgegeven. Door hun inplanting kon de volledige site autovrij worden. De bewoners parkeren in de carport onder de huurwoningen of tegen de zijgevel van de rijwoningen. Verder is er enkel zacht verkeer mogelijk. Hierdoor ontstond een nieuw dorpsplein op mensenmaat. Onder meer de lokale markt vond er een plek. Het park tussen het klooster en de kerk van Meer vormt een ideale aanvulling op de compacte buitenruimte van elke woning.
De huurwoningen die in de eerste fase zijn gebouwd, hebben een overdekt terras dat uitkijkt op het dorpsplein. De koopwoningen van de tweede fase hebben een compacte tuin op het westen. De ontmoetingsruimte in de voormalige parochiezaal vormt een laagdrempelige plek om activiteiten te organiseren. Het theehuis is op korte tijd een vaste rendez-vousplek geworden. Alle nieuwe functies sluiten aan op het plein, dat via verschillende doorsteken met de omgeving verbonden is. In de woningen gingen de ontwerpers op zoek naar een evenwicht tussen het individuele en het collectieve. Als aanvulling op het genereuze groen van het park hebben de woningen een compacte, besloten buitenruimte in het verlengde van hun leefruimte. De relatie tussen de leefruimte en de site wordt gefilterd door een claustra of door de ramen heel diep in de gevel te plaatsen. Het gemeenschappelijke leven begint aan de gevel, maar de gevel zelf is vormgegeven als een overgang tussen het collectieve en de intimiteit van de woning
publicaties:
winnaar European Heritage awards | Europa Nostra 2023
winnaar driejaarlijkse Renaat Braemprijs 2024, schoon wonen in provincie Antwerpen
De kloostersite werd tot begin jaren 2000 als dorpsschool gebruikt. Nadien werden de klaslokalen gebruikt als repetitie- ruimte voor verenigingen en werden er feestjes georganiseerd in het voormalige parochiecentrum. Om een duurzame invulling op lange termijn mogelijk te maken, richtte een groep geëngageerde bewoners een open monumentenvereniging op: de vzw Klooster Meer.
Vanaf de eerste plannen in 2007 tot het einde van de werken in 2023 en ook nu nog, bij de zoektocht naar erfpachters voor de publieke delen, heeft de vzw de coördinatie van het project op zich genomen. Zij vormde het aanspreekpunt voor de vijf verschillende opdrachtgevers, drie ontwerpers en alle betrokken instanties. De restauratie en herbestemming van de monumenten werd opgevolgd door aNNo architecten, de sociale woningen zijn ontworpen door das.teamvanmeer!, de buitenaanleg is van D+A.
De vijf historische gebouwen op de kloostersite kregen een functie die het dorpsleven ondersteunt: een ontmoetings-centrum met bibliotheek, een B&B, een theehuis en twee kantoorgebouwtjes op maat van de lokale economie. Om het project meer slagkracht te geven, werkte de vzw samen met woonmaatschappij De Noorderkempen om, naast de collectie ve voorzieningen, ook sociale woningen op de site te realiseren.
De huurwoningen werden toegewezen aan kleine gezinnen of alleenstaanden die op een wachtlijst stonden. Voor de koopwoningen konden geïnteresseerden met een beperkt inkomen zich kandidaat stellen. De vzw selecteerde en begeleidde ook de uitbaters van de verschillende historische gebouwen.
Die inzet werd in 2023 beloond met de Europa Nostra Award. De jury schreef: ‘Het Meerse Dorpsplein is een goed voorbeeld van hoe een erfgoedlocatie kan dienen als een sterke verbindende kracht binnen een gemeenschap.’
De nieuwe woningen vormen een ingetogen achtergrond voor de historische gebouwen. Ze bevinden zich op de randen van de site en zijn sober vormgegeven. Door hun inplanting kon de volledige site autovrij worden. De bewoners parkeren in de carport onder de huurwoningen of tegen de zijgevel van de rijwoningen. Verder is er enkel zacht verkeer mogelijk. Hierdoor ontstond een nieuw dorpsplein op mensenmaat. Onder meer de lokale markt vond er een plek. Het park tussen het klooster en de kerk van Meer vormt een ideale aanvulling op de compacte buitenruimte van elke woning.
De huurwoningen die in de eerste fase zijn gebouwd, hebben een overdekt terras dat uitkijkt op het dorpsplein. De koopwoningen van de tweede fase hebben een compacte tuin op het westen. De ontmoetingsruimte in de voormalige parochiezaal vormt een laagdrempelige plek om activiteiten te organiseren. Het theehuis is op korte tijd een vaste rendez-vousplek geworden. Alle nieuwe functies sluiten aan op het plein, dat via verschillende doorsteken met de omgeving verbonden is. In de woningen gingen de ontwerpers op zoek naar een evenwicht tussen het individuele en het collectieve. Als aanvulling op het genereuze groen van het park hebben de woningen een compacte, besloten buitenruimte in het verlengde van hun leefruimte. De relatie tussen de leefruimte en de site wordt gefilterd door een claustra of door de ramen heel diep in de gevel te plaatsen. Het gemeenschappelijke leven begint aan de gevel, maar de gevel zelf is vormgegeven als een overgang tussen het collectieve en de intimiteit van de woning
publicaties:
winnaar European Heritage awards | Europa Nostra 2023
winnaar driejaarlijkse Renaat Braemprijs 2024, schoon wonen in provincie Antwerpen
m01 | awards
info
tractaat uit ‘Renaat Braemprijs 2024 | schoon wonnen Provincie Antwerpen’:
Bewonderende commentaar alom bij de vakjury wanneer het dossier van de Meerse Kloostersite op tafel komt. Hier worden verschillende nieuwe en bestaande elementen op een smaakvolle, ingetogen manier samengebracht om een indrukwekkend geheel te vormen: de bouw van betaalbare koopwoningen en sociale huurwoningen, de opwaardering van onroerend erfgoed – kortom, hier wordt een sterk stuk dorpsweefsel gecreëerd in het hart van Meer. Zoals wel meer van de genomineerde projecten van de Renaar Braemprijs , ontstond ook dit ensemble op de site van een voormalige school. De jury betoonde bij het bestuderen van het dossier veel aandacht aan de ontstaansgeschiedenis van het project: we hebben hier te maken met een langzaam gerijpt bottom-up initiatief dat door een kleine gemeenschap van lokale bewoners
tractaat uit juryverslag Europa Nostra Award 2023: ‘Het Meerse Dorpsplein is een goed voorbeeld van hoe een erfgoedlocatie kan dienen als een sterke verbindende kracht binnen een gemeenschap.’
publicaties:
winnaar European Heritage awards | Europa Nostra 2023
winnaar driejaarlijkse Renaat Braemprijs 2024, schoon wonen in provincie Antwerpen
tractaat uit ‘Renaat Braemprijs 2024 | schoon wonnen Provincie Antwerpen’:
Bewonderende commentaar alom bij de vakjury wanneer het dossier van de Meerse Kloostersite op tafel komt. Hier worden verschillende nieuwe en bestaande elementen op een smaakvolle, ingetogen manier samengebracht om een indrukwekkend geheel te vormen: de bouw van betaalbare koopwoningen en sociale huurwoningen, de opwaardering van onroerend erfgoed – kortom, hier wordt een sterk stuk dorpsweefsel gecreëerd in het hart van Meer. Zoals wel meer van de genomineerde projecten van de Renaar Braemprijs , ontstond ook dit ensemble op de site van een voormalige school. De jury betoonde bij het bestuderen van het dossier veel aandacht aan de ontstaansgeschiedenis van het project: we hebben hier te maken met een langzaam gerijpt bottom-up initiatief dat door een kleine gemeenschap van lokale bewoners
tractaat uit juryverslag Europa Nostra Award 2023: ‘Het Meerse Dorpsplein is een goed voorbeeld van hoe een erfgoedlocatie kan dienen als een sterke verbindende kracht binnen een gemeenschap.’
publicaties:
winnaar European Heritage awards | Europa Nostra 2023
winnaar driejaarlijkse Renaat Braemprijs 2024, schoon wonen in provincie Antwerpen
tractaat uit ‘Renaat Braemprijs 2024 | schoon wonnen Provincie Antwerpen’:
Bewonderende commentaar alom bij de vakjury wanneer het dossier van de Meerse Kloostersite op tafel komt. Hier worden verschillende nieuwe en bestaande elementen op een smaakvolle, ingetogen manier samengebracht om een indrukwekkend geheel te vormen: de bouw van betaalbare koopwoningen en sociale huurwoningen, de opwaardering van onroerend erfgoed – kortom, hier wordt een sterk stuk dorpsweefsel gecreëerd in het hart van Meer. Zoals wel meer van de genomineerde projecten van de Renaar Braemprijs , ontstond ook dit ensemble op de site van een voormalige school. De jury betoonde bij het bestuderen van het dossier veel aandacht aan de ontstaansgeschiedenis van het project: we hebben hier te maken met een langzaam gerijpt bottom-up initiatief dat door een kleine gemeenschap van lokale bewoners
tractaat uit juryverslag Europa Nostra Award 2023: ‘Het Meerse Dorpsplein is een goed voorbeeld van hoe een erfgoedlocatie kan dienen als een sterke verbindende kracht binnen een gemeenschap.’
publicaties:
winnaar European Heritage awards | Europa Nostra 2023
winnaar driejaarlijkse Renaat Braemprijs 2024, schoon wonen in provincie Antwerpen
k26
p30
info
uittreksel uit de publicatie ‘bouwen met baksteen’ van de belgische baksteenfederatie:
Als architectuur haar inspiratie vindt in het landelijke karakter van de site, vloeit daar harmonie en eenvoud uit voort! Met deze woning heeft men namelijk rekening weten te houden met de lokale omgeving door de betrekkelijke eenvoud van haar volumetrie, de keuze van de materialen en de eigenheid van het kleurenpallet.
De knipoog naar de typologie van een landelijke schuur is duidelijk herkenbaar. De architecten hebben hiermee ingezet op integratie en eenvoud. Toch versterkt een subtiel spel van verschillende materiaaltexturen de zuiverheid van het project.
Hoewel de omgeving idyllisch lijkt, heeft het terrein een aantal ongunstige eigenschappen. Het bevindt zich in een gebied dat overstromingsgevoelig is en ook de oriëntatie is niet optimaal.
De architecten hebben de woning dan ook op een sokkel geplaatst, wat leidt tot een verhoogde toegang- en terraszone die worden begrensd door lage scheidingsmuurtjes in metselwerk die als zitbank kunnen dienen.
Ter compensatie van de noord-oriëntatie van de tuinzijde van het perceel, en om licht uit het zuiden in de woonruimte te laten binnenkomen, hebben de architecten een groot dakvenster boven de mezzanine ontworpen. De woonkamer wordt zo op optimale wijze opgelicht.
Ondanks de betrekkelijke eenvoud van het project is er veel aandacht gegaan naar het uitpuren van de constructie en de detaillering. De opdrachtgever is stabiliteitsingenieur waardoor het evident was om doordachte constructieve technieken te gebruiken om het gebouw te optimaliseren. Een ingenieus constructief concept maakte het bijvoorbeeld mogelijk om kolommen langs de lange glazen raampartij te voorkomen. Dankzij een zeer goede isolatie en luchtdichtheid, een warmtepomp en zonnepanelen in de tuin, bereikt het gebouw een energieprestatieniveau E16.
publicaties:
bouwen met baksteen 02/17
buitengewoon & betaalbaar bouwen 3
selectie architectuurkaart asse
uittreksel uit de publicatie ‘bouwen met baksteen’ van de belgische baksteenfederatie:
Als architectuur haar inspiratie vindt in het landelijke karakter van de site, vloeit daar harmonie en eenvoud uit voort! Met deze woning heeft men namelijk rekening weten te houden met de lokale omgeving door de betrekkelijke eenvoud van haar volumetrie, de keuze van de materialen en de eigenheid van het kleurenpallet.
De knipoog naar de typologie van een landelijke schuur is duidelijk herkenbaar. De architecten hebben hiermee ingezet op integratie en eenvoud. Toch versterkt een subtiel spel van verschillende materiaaltexturen de zuiverheid van het project.
Hoewel de omgeving idyllisch lijkt, heeft het terrein een aantal ongunstige eigenschappen. Het bevindt zich in een gebied dat overstromingsgevoelig is en ook de oriëntatie is niet optimaal.
De architecten hebben de woning dan ook op een sokkel geplaatst, wat leidt tot een verhoogde toegang- en terraszone die worden begrensd door lage scheidingsmuurtjes in metselwerk die als zitbank kunnen dienen.
Ter compensatie van de noord-oriëntatie van de tuinzijde van het perceel, en om licht uit het zuiden in de woonruimte te laten binnenkomen, hebben de architecten een groot dakvenster boven de mezzanine ontworpen. De woonkamer wordt zo op optimale wijze opgelicht.
Ondanks de betrekkelijke eenvoud van het project is er veel aandacht gegaan naar het uitpuren van de constructie en de detaillering. De opdrachtgever is stabiliteitsingenieur waardoor het evident was om doordachte constructieve technieken te gebruiken om het gebouw te optimaliseren. Een ingenieus constructief concept maakte het bijvoorbeeld mogelijk om kolommen langs de lange glazen raampartij te voorkomen. Dankzij een zeer goede isolatie en luchtdichtheid, een warmtepomp en zonnepanelen in de tuin, bereikt het gebouw een energieprestatieniveau E16.
publicaties:
bouwen met baksteen 02/17
buitengewoon & betaalbaar bouwen 3
selectie architectuurkaart asse
uittreksel uit de publicatie ‘bouwen met baksteen’ van de belgische baksteenfederatie:
Als architectuur haar inspiratie vindt in het landelijke karakter van de site, vloeit daar harmonie en eenvoud uit voort! Met deze woning heeft men namelijk rekening weten te houden met de lokale omgeving door de betrekkelijke eenvoud van haar volumetrie, de keuze van de materialen en de eigenheid van het kleurenpallet.
De knipoog naar de typologie van een landelijke schuur is duidelijk herkenbaar. De architecten hebben hiermee ingezet op integratie en eenvoud. Toch versterkt een subtiel spel van verschillende materiaaltexturen de zuiverheid van het project.
Hoewel de omgeving idyllisch lijkt, heeft het terrein een aantal ongunstige eigenschappen. Het bevindt zich in een gebied dat overstromingsgevoelig is en ook de oriëntatie is niet optimaal.
De architecten hebben de woning dan ook op een sokkel geplaatst, wat leidt tot een verhoogde toegang- en terraszone die worden begrensd door lage scheidingsmuurtjes in metselwerk die als zitbank kunnen dienen.
Ter compensatie van de noord-oriëntatie van de tuinzijde van het perceel, en om licht uit het zuiden in de woonruimte te laten binnenkomen, hebben de architecten een groot dakvenster boven de mezzanine ontworpen. De woonkamer wordt zo op optimale wijze opgelicht.
Ondanks de betrekkelijke eenvoud van het project is er veel aandacht gegaan naar het uitpuren van de constructie en de detaillering. De opdrachtgever is stabiliteitsingenieur waardoor het evident was om doordachte constructieve technieken te gebruiken om het gebouw te optimaliseren. Een ingenieus constructief concept maakte het bijvoorbeeld mogelijk om kolommen langs de lange glazen raampartij te voorkomen. Dankzij een zeer goede isolatie en luchtdichtheid, een warmtepomp en zonnepanelen in de tuin, bereikt het gebouw een energieprestatieniveau E16.
publicaties:
bouwen met baksteen 02/17
buitengewoon & betaalbaar bouwen 3
selectie architectuurkaart asse
uittreksel uit de publicatie ‘bouwen met baksteen’ van de belgische baksteenfederatie:
Als architectuur haar inspiratie vindt in het landelijke karakter van de site, vloeit daar harmonie en eenvoud uit voort! Met deze woning heeft men namelijk rekening weten te houden met de lokale omgeving door de betrekkelijke eenvoud van haar volumetrie, de keuze van de materialen en de eigenheid van het kleurenpallet.
De knipoog naar de typologie van een landelijke schuur is duidelijk herkenbaar. De architecten hebben hiermee ingezet op integratie en eenvoud. Toch versterkt een subtiel spel van verschillende materiaaltexturen de zuiverheid van het project.
Hoewel de omgeving idyllisch lijkt, heeft het terrein een aantal ongunstige eigenschappen. Het bevindt zich in een gebied dat overstromingsgevoelig is en ook de oriëntatie is niet optimaal.
De architecten hebben de woning dan ook op een sokkel geplaatst, wat leidt tot een verhoogde toegang- en terraszone die worden begrensd door lage scheidingsmuurtjes in metselwerk die als zitbank kunnen dienen.
Ter compensatie van de noord-oriëntatie van de tuinzijde van het perceel, en om licht uit het zuiden in de woonruimte te laten binnenkomen, hebben de architecten een groot dakvenster boven de mezzanine ontworpen. De woonkamer wordt zo op optimale wijze opgelicht.
Ondanks de betrekkelijke eenvoud van het project is er veel aandacht gegaan naar het uitpuren van de constructie en de detaillering. De opdrachtgever is stabiliteitsingenieur waardoor het evident was om doordachte constructieve technieken te gebruiken om het gebouw te optimaliseren. Een ingenieus constructief concept maakte het bijvoorbeeld mogelijk om kolommen langs de lange glazen raampartij te voorkomen. Dankzij een zeer goede isolatie en luchtdichtheid, een warmtepomp en zonnepanelen in de tuin, bereikt het gebouw een energieprestatieniveau E16.
publicaties:
bouwen met baksteen 02/17
buitengewoon & betaalbaar bouwen 3
selectie architectuurkaart asse
g47
g47
g47
p57
v07
v07
v07
v07
m03
m03
f31
f31
w09
h118
h118
v08
v08
v08
v08
h01
h01
t374
t374
t374
v16
n80
n80
b35
b35
b35
l85
k01
k01
k01
p40
p40
p40
m01 | awards
m01 | awards
k26
k26
p30
p30
p30
p30